Waarom opgroeien in een risicovol, crimineel milieu niet altijd tot een criminele carrière leidt…

In dit artikel staan twee vragen centraal: wat draagt bij aan resistance to crime? En welke uitdagingen kenmerken de levensloop van resisters eigenlijk?

‘Ik ben echt opgegroeid in een machocultuur met “ondernemen” [op straat]. Dus niemand gaf daar [studeren] een cent voor. (…) ik dacht ook dat ik een crimineel moest worden…’ (Sven, 31 jaar)

Sven groeide op met de sociale codes van de straat in een hoog criminele buurt in Den Haag. Hij had een grote bewondering voor zijn criminele (pleeg)broer Edward die voor hem het toonbeeld was van een succesvolle criminele carrière in de (internationale) drugshandel. Sven heeft zelf echter geen criminele carrière ontwikkeld. Hij studeert aan de universiteit en leidt een rustig leven samen met zijn vriendin.
Hij is daarmee een voorbeeld van een zogeheten ‘resister’: een persoon die is opgegroeid in een dominant crimineel milieu maar zelf geen criminele carrière heeft ontwikkeld. Het uitblijven van een criminele carrière in een crimineel milieu duid ik als ‘resistance to crime’. In dit artikel staan twee vragen centraal: wat draagt bij aan resistance to crime? En welke uitdagingen kenmerken de levensloop van resisters eigenlijk?

Download de volledige publicatie

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *